Subsidie vitale binnensteden en dorpskernen: pragmatisme prima, maar zekerheid voor ondernemers is nodig

In 2021 heeft de provincie een subsidieregeling ingesteld om de vitaliteit van binnensteden, dorpskernen en winkelcentra te versterken. Aanleiding hiervoor was de oplopende winkelleegstand die tijdens de coronaperiode extra doorzette. De subsidieregeling biedt procesgelden waarmee gemeenten en ondernemers en/of eigenaren een plan van aanpak kunnen opstellen hoe ze de komende jaren gezamenlijk inzetten op de versterking van vitaliteit in binnensteden, dorpskernen en winkelcentra. In de verordening stond opgenomen dat binnen 12 maanden na verlening van de subsidie, de activiteiten afgerond moesten zijn.

Uitvoering vraagt meer tijd

Gemeenten zijn hier voortvarend mee aan de slag gegaan, maar inmiddels hebben velen van hen aangegeven dat ze meer tijd nodig te hebben voor een goede uitvoering van de activiteiten. Daarom is door Gedeputeerde Staten de uitvoeringsverordening aangepast zodat gemeenten een wijzigingsverzoek kunnen indienen om de projectperiode te verlengen. De VVD-fractie heeft begrip en waardering voor de flexibiliteit ten opzichte van de uitvoeringspraktijk. Gemeenten, ondernemers en andere belanghebbenden hebben veel op hun bord, dus logisch dat planningen soms wijzigen. Het is goed dat door Gedeputeerde Staten het doel centraal wordt gesteld en niet een datum.

Risico

Er zit wel een risico in de bepaling die aan de verordening wordt toegevoegd: "Indien de subsidieontvanger gemotiveerd kan aantonen dat een projectperiode langer dan 12 maanden noodzakelijk is, kan uitstel worden verleend." Er wordt geen duiding gegeven van wat de noodzaak (oorzaak) is en er is geen einddatum meer in beeld. Einddata kunnen soms ook helpen bij het nemen van beslissingen. Daarnaast geeft de open formulering 'gemotiveerd aantonen dat verlenging van de projectperiode noodzakelijk is' weinig houvast in de prioritering binnen gemeenten voor de inzet van (schaarse) capaciteit. Ook ondernemers zullen waarschijnlijk begrip en waardering hebben voor de stellingname dat resultaat belangrijker is dan planning, maar ook die zullen niet blij zijn met projecten die eindeloos doorgaan. Op een bepaald moment wil je als ondernemer ook zekerheid hebben. 

Om die reden heeft de VVD-fractie bij de behandeling van de subsidieregeling in 2021 er op gehamerd dat er niet zonder de ondernemers plannen zouden worden opgesteld. In de Statencommissie heeft VVD-woordvoerder Arthur Kocken de wijziging van de verordening daarom op de agenda laten zetten en aan Gedeputeerde Staten gevraagd hoe hiermee wordt omgegaan. Hoe voorkomt het provinciebestuur dat deze soms complexe projecten met veel verschillende en soms tegenstrijdige belangen met het wegvallen van deadlines eindeloos gaan voortslepen? De Gedeputeerde schatte het allemaal zonnig in.