Windmolens en zonnevelden, op welke locaties kunnen we die het beste kwijt in onze provincie? Daar ging het over bij de Statenvergadering van 30 juni.
En de gemoederen liepen hoog op: met aan de ene kant de klimaatontkenners en aan de andere kant de klimaatbelievers.
De VVD hoort, het zal u niet verbazen, bij geen van beide. We staan immers landelijk aan de wieg van het klimaatakkoord en dragen de energie transitie een warm hart toe. Maar wel met een realiteitstoets waar nodig. In dit akkoord hebben we ons vastgelegd om mee te denken en te doen. En dat doen we in de provincie en in de gemeenten.
De RES, voluit de Regionale Energie Strategie, is een beleidsstuk dat is gebaseerd op het Klimaatakkoord. Hierin wordt afgesproken tussen gemeenten, provincies en waterschappen wat geschikte zoeklocaties zijn om windmolens en/of zonnevelden zijn om hernieuwbare energie op te wekken. En wel zoveel opgewekte duurzame energie dat we als provincie ons redelijke deel bijdragen aan de landelijke opgave om de klimaatdoelen te halen in 2030.
Op 30 juni hebben we besluiten over de RESen van de Foodvalley en Amersfoort genomen. Als VVD vinden wij dat de gemeenten zélf mogen besluiten over de locaties van windmolens en zonnevelden. Dit hebben we dan ook krachtig uitgedragen. We hebben een amendement aangenomen gekregen waarin is vastgelegd dat Provinciale Staten geconsulteerd worden vóórdat de gedeputeerde van GroenLinks ruimtelijke instrumenten inzet. Gemeenten moeten immers hun eigen ruimtelijke sturing geven door bestemmingsplannen, een inpassingsplan door de provincie zou alleen een uiterste noodmiddel moeten zijn.
Hoewel het huidige provinciebestuur zich nadrukkelijk heeft uitgesproken om plaatsen voor windmolens van bovenaf op te willen leggen, hebben wij dit als VVD scherp afgewezen. Natuurlijk willen wij dat de energie transitie een succes wordt, maar dan wel met draagvlak, zoals afgesproken!