Het is zonde als MKB-bedrijven ophouden te bestaan bij gebrek aan opvolging van de eigenaar. Het is belangrijk dat de eigenaar vroeg genoeg nadenkt over opvolging en daarbij de opties kent. Bij veel bedrijven gaat dat goed, maar zonder beleid dreigt een groot aantal mislukte bedrijfsovernames, waardoor in 10 jaar 6700 bedrijven in de provincie dreigen te verdwijnen. Dit leidt tot onnodig banenverlies (40.000 in 10 jaar), een omzetderving van zo’n € 500 miljoen/jaar en een kapitaalvernietiging van € 138 miljoen/jaar. Na pilots met advisering aan bedrijven hierover wilde Gedeputeerde Staten daar nu structureler op in zetten. Daar was de VVD-fractie het mee eens (we waren mede-initiatiefnemer van het doen de pilots), maar wel met twee kanttekeningen.
Meer mogelijkheden dan de eigen familiekring
Niet alle MKB-bedrijven zijn familiebedrijven. En ook als ze dat wel zijn, kunnen we ons goed voorstellen dat de opvolging door werknemers kan plaatsvinden. Of door mensen die nu nog in opleiding zitten, maar al de ambitie hebben een bedrijf te beginnen. De eigenaar kan in dat geval na het gelegde contact de leerling bijvoorbeeld al in het bedrijf mee laten lopen. In het statenvoorstel werden echter alleen voorbeelden genoemd van opvolging in de familiesfeer. Met een (aangenomen) motie, met Groen Links samen ingediend, heeft woordvoerder Arthur Kocken vast laten leggen dat de verschillende opvolgingsmogelijkheden in de ondersteuning aan bod komt en dat daar ook de provinciale contacten en netwerken voor toegankelijk worden gemaakt.
De juiste financiering
De andere kanttekening betrof de financiële dekking. Gedeputeerde Staten stelde voor de kosten uit de ingestelde Covid reserve te dekken. Zeker met de huidige stand van de economie kwam bij de fractie wel de vraag op of het hier wel echt om Covid problematiek gaat. Arthur Kocken heeft een amendement ingediend, met SGP, SP en JA21, om de kosten te dekken uit de algemene reserve van de provincie. Ook dit amendement is aangenomen.