Tijdens de Statenvergadering van maart sprak de VVD zich uit en stemde zij tegen een voorstel van de SP. Deze partij riep Gedeputeerde Staten op om “een campagne onder de Utrechtse inwoners te starten om uit solidariteit vaker de auto te laten staan en gebruik te maken van het Openbaar Vervoer om zo de afhankelijkheid van Russische olie en gas te verkleinen”. Daarnaast stelde men voor “de openbaar vervoerstarieven tijdelijk te halveren ter ondersteuning van deze campagne en dit te bekostigen uit het weerstandsvermogen”.
Natuurlijk vindt ook de VVD de huidige afhankelijkheid in Nederland van olie- en gasimport uit Rusland, onder de omstandigheden van de oorlog in Oekraïne, een zeer ongelukkige situatie. Ook de hoge brandstofprijzen aan de pomp vinden we buitengewoon onwenselijk voor de portemonnee van onze inwoners. Daarom steunt onze fractie ook het kabinetsbeleid om de prijzen aan de pomp deels te compenseren.
Maar om de actuele situatie te gebruiken als een soort van ‘anti-autocampagne’ en de associatie te wekken dat inwoners van onze provincie die in vrijheid gebruik willen of moeten maken van hun auto zich niet solidair zouden tonen met het veroordelen van de Russische daden in Oekraïne, vinden wij verkeerd en overbodig. Wij vinden dat mensen voor zichzelf prima de afweging kunnen maken of zij gebruik willen of kunnen maken van andere vervoersopties. Daar is geen veroordelende campagne van de Provincie Utrecht voor nodig.
De VVD vindt dat de provincie in plaats van sturende campagnes voeren beter werk kan maken van goed werkend OV en meer kan investeren in de combinatie van verschillende vervoers- en overstapmogelijkheden. Niet de kosten van het OV, maar met name de lange wacht- en overstaptijden weerhouden mensen om vaker het OV te nemen. Het voorstel van de SP werd met meerderheid van stemmen in de staten verworpen.