Als een bewoner of een ondernemer bezwaar heeft tegen een besluit van de provincie dat hem/ haar betreft, dan kan daartegen met argumenten bezwaar worden gemaakt. Dat vraagt van de provincie om het besluit te heroverwegen: zijn er argumenten en daarmee belangen (ten onrechte) over het hoofd gezien? Is het besluit in lijn met wetten en regels of had het ook anders kunnen luiden? De provincie heeft hiervoor een onafhankelijke commissie ingesteld die hierover aan Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten adviseert.
Deze brengt jaarlijks een verslag uit, wat Provinciale Staten ook een beeld geeft van hoe de provinciale organisatie functioneert en hoe deze omgaat met inwoners en ondernemers. In juni hebben we het jaarverslag over 2021 besproken. In eerdere jaren heeft de VVD-fractie er op gewezen dat het eigenlijk niet kan dat op het verslag van een onafhankelijke commissie staat dat het is vastgesteld in een vergadering van Gedeputeerde Staten. Het heeft een paar jaar van opmerkingen geduurd, maar deze keer stond het in ieder geval niet meer op het jaarverslag. De inhoud was echter wel heel betreurenswaardig. Ondanks de belofte die vorig jaar is gedaan, scoorde de provincie over 2021 nog slechter dan in 2020 in het nemen van een besluit op het bezwaarschrift binnen de termijn die daarvoor in de wet staan genoemd. Het percentage bezwaarschriften dat binnen de wettelijke beslistermijn is afgedaan, is gedaald tot 43%.
Dat gaat niet alleen over het overtreden van een formeel regeltje, maar vooral ook over rechtszekerheid. De termijnen zijn in de wet opgenomen om bewoners en ondernemers zekerheid te geven zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Daarom is het heel zorgelijk dat dit percentage ondanks de belofte van vorig jaar nog verder is gedaald. De VVD-fractie heeft samen met andere fractie het college van Gedeputeerde Staten opgeroepen dit nu echt aan te gaan pakken. De Commissaris van de Koning gaf aan dat hiervoor al het nodige is georganiseerd en dat hij verwacht dat de score over 2022 beter is.