De provincie Utrecht staat in de top 2 van Europa's meest competitieve
en innovatieve regio's. Dat moet zo blijven, en eigenlijk moeten we weer nr 1
worden. Want dat betekent dat het hier goed wonen, werken en ondernemen en
recreëren is. Tijdens de bespreking van de Kadernota in Provinciale Staten
heeft VVD-fractievoorzitter Arthur Kocken daar dan dan ook eer op gehamerd.
Vooral de linkse partijen waren het daar niet mee eens. Het blijft dus iets om
ons voor in te blijven zetten. Gedeputeerde van den Berg heeft gelukkig wel het
belang hiervan onderschreven. Dat blijkt ook uit de door hem voorgestelde
startnotitie voor de Ruimtelijke economische strategie, die later op maandag 3
juli aan de orde kwam, waarin de topregio-criteria (RCI) leidend
zullen zijn. De VVD is daar dus tevreden over en heeft ook aangegeven dat we
topregio zijn doordat we de ons omringende omgeving goed weten te benutten. In
deze tijd van steeds diffuser grenzen moet interprovinciaal meer worden samen
gewerkt.
Topregio vraagt brede economische basis
Om een topregio te kunnen blijven is het van belang dat wij onze economische
basis breed houden, met voldoende werkgelegenheid voor alle niveaus. We zijn in
Utrecht sterk in de kennis- en gezondheidseconomie. Dat moeten we koesteren en
de maakindustrie tegelijkertijd niet verwaarlozen. Woordvoerder Jacqueline
Vaessen: “ De maakindustrie is een belangrijke werkgever in de provincie
Utrecht. De VVD vindt dat we alles in het werk moeten stellen om deze
werkgelegenheid te behouden”. De VVD heeft bij herhaling gepleit voor meer
ruimte voor de maakindustrie in de provincie Utrecht. Niet meer de zware
industrie van vroeger, maar passend in onze provincie en rekening houdend met
de trend dat bedrijven hun productie weer dichterbij halen.
Op dit moment zien we in onze provincie een groot tekort aan technisch
geschoold personeel, wat fnuikend is voor de maakindustrie in onze provincie.
heeft gevraagd voor expliciete aandacht voor het behoud van de maakindustrie in
de Ruimtelijke economische strategie. Dat betekent dat meer jonge mensen voor
een technische opleiding kiezen, wat verdergaande samenwerking tussen onderwijs
en bedrijfsleven vraagt. Dit komt nu niet of nauwelijks tot stand. In de motie
vragen VVD en CDA of de provincie een regierol op zich kan nemen om dit overleg
op gang te brengen en gaande te houden. Deze is unaniem aangenomen
Meer inzet van EBU voor MKB
In zijn toelichting bij de Kadernota noemde fractievoorzitter Arthur Kocken al
dat de inzet van de Economic Board Utrecht (EBU) richting het MKB beter moet.
Wij horen vanuit onze achterban dat de afstand naar de EBU voor het MKB nog
groot is. In het belang van het behoud van die brede economische basis is inzet van de EBU richting het MKB een vereiste. Hier is
al eerder over gesproken, maar we zien nog steeds de noodzakelijkheid. In de
met het CDA ingediende motie vragen wij dan ook aandacht hiervoor.
In de bijlage treft u de tekst van de motie aan.