De bibliotheek is een belangrijke voorziening die kinderen, jongeren en volwassenen helpt zich te ontwikkelen. Velen van ons kennen de bibliotheek als de plek waar je boeken, cd’s of dvd’s leent. De afgelopen jaren is die rol veranderd. De bibliotheek verandert in een voorziening waar je onafhankelijke, betrouwbare Informatie kunt krijgen. En die functie wordt niet alleen in een bibliotheekgebouw uitgeoefend, maar ook online of in panden waar ook andere voorzieningen zijn gehuisvest. Daarmee is het bereik van de bibliotheken vergroot. De provincie ondersteunt die bibliotheekvernieuwing ook financieel.
Bibliotheken lokaal actief
De VVD vindt het van belang dat bibliotheken lokaal goed verbonden zijn zodat ze hun expertise kunnen inzetten voor andere doeleinden, zoals gezondheid en daarmee bijvoorbeeld het lokale sociale (wijk) team en de huisarts kunnen ondersteunen. De vorm waarin dat gebeurt, kan per gemeente verschillen. In de ene gemeente kan het zijn door kleine bibliotheken in de scholen te zetten. In een andere gemeente door juist in een pand waar veel ouderen wonen een bibliotheekpostje op te zetten. Of door met een bibliotheekbus langs de verschillende kernen te gaan. Gemeenten weten het beste waaraan behoefte is. Gemeenten laten ook zien dat ze die verantwoordelijkheid goed aankunnen. O.a. om soms een andere organisator te kiezen voor het bibliotheekwerk, die met hetzelfde belastinggeld meer inwoners weet te bereiken, of met minder geld een gelijkwaardig resultaat. De provincie moet dat proces niet verstoren door zelf belastinggeld in te gaan zetten om bibliotheekgebouwen open te houden terwijl daar lokaal een andere behoefte is. Dat geld moet immers door dezelfde inwoners worden opgebracht.
Kinderen mogen niet de dupe worden
Als gemeenten kiezen voor andere aanbieders, dan mag het van de VVD niet zo zijn dat kinderen daarvan de dupe worden. In Lopik is een paar jaar geleden – tot tevredenheid – gekozen voor een andere aanbieder. Een bedrijf en niet een stichting. Vervolgens blijkt dat kinderen in Lopik niet meer mogen meedoen aan de provinciale voorleeswedstrijd. De VVD vindt dat raar en onterecht. Die kinderen wonen toch ook in onze provincie? Voor die kinderen is taalontwikkeling en leesvaardigheid toch net zo belangrijk? Daarvoor is toch helemaal niet relevant of het lokale bibliotheekwerk door een bedrijf of door een stichting wordt gedaan? Die mogen er toch niet de dupe van worden dat volwassen met elkaar discussiëren over de ideale rechtsvorm van bibliotheekorganisaties? De VVD gaat aan het college van Gedeputeerde Staten vragen wanneer deze kinderen wel weer kunnen meedoen aan de voorleeswedstrijden.