Afgelopen Statenvergadering 29 januari 2020 spraken we in Provinciale Staten over het ‘Afwegingskader uitbreidingslocaties voor wonen’. Dit voorstel kwam op verzoek van de VVD (motie 34a) apart als voorstel naar de Staten. Het Afwegingskader geeft ruimte, onder voorwaarden, aan kleine kernen voor uitbreiding buiten de rode contour. Dit kader wordt straks opgenomen in de concept Omgevingsverordening.
Echter het Afwegingskader deed ook uitspraken over binnenstedelijke woningbouw, zoals:
‘Onderbouwen hoe gelijktijdig lokale en regionale groenontwikkeling (natuur en recreatie) wordt gerealiseerd, in evenwichtige verhouding tussen ‘rood’ en ‘groen’ (B).
Om een aantal redenen vond de VVD dat deze regel belemmerend zou zijn op woningbouw:
= Ten eerste is dit niet in lijn met het subsidiariteitsbeginsel en tegen de geest van de Omgevingswet. De gemeente zélf is aan zet voor het binnenstedelijk gebied en goed in staat daarover te besluiten.
= Ten tweede zou het een verzwaring zijn van de huidige provinciale regels ten aanzien van binnenstedelijk wonen.
= Ten derde is onduidelijk wat die ‘ evenwichtige verhouding’ dan zou zijn en op welke manier dit moet worden vormgegeven.
De gedeputeerde Huib van Essen (GroenLinks) kon zich vinden in het schrappen van deze regel uit het Afwegingskader en daarmee uit de concept provinciale verordening en gaf een positief advies af.
Het amendement is daarom gelukkig met een ruime meerderheid van stemmen aangenomen.
Hiermee is voorkomen we voor de komende jaren extra strenge eisen hebben voor woningbouw in steden en dorpen, en gaat er hopelijk snel gebouwd worden rond kleine kernen, want er is een enorme vraag naar betaalbare en bereikbare woningen in onze provincie!
Voor het Amendement: zie hieronder