Half september heeft de gedeputeerde voor Mobiliteit de staten onaangenaam verrast over een provinciale blunder in de vergunningaanvraag voor de Vernieuwde Regionale Tramlijn (VRT) op het traject Utrecht-Nieuwegein-IJsselstein. Deze blunder heeft als direct gevolg een verwachte vertraging van enkele maanden, voordat de nieuwe tram mag gaan rijden. Reizigers, maar bijvoorbeeld ook bedrijven die voor hun klandizie mede afhankelijk zijn van een rijdende tram, zijn hiervan zwaar de dupe. Ongeloof en verontwaardiging alom. Daarom heeft de VVD het voortouw genomen om samen met diverse andere oppositiepartijen een spoeddebat over deze blunder aan te vragen.
In het spoeddebat van 30 september jl. kwam naar voor, dat in het traject verkeerde aannames zijn gepleegd t.a.v. de indienststellingsvergunning en dat de kwaliteitseisen, die gesteld worden aan de integrale safety case schromelijk zijn onderschat. Tot twee keer toe waren er belangrijke signalen, dat de provincie inhoudelijk niet op het goede spoor zat. Deze signalen hebben binnen de projectorganisatie niet tot de gewenste correctie geleid en informatie hierover heeft de gedeputeerde niet bereikt. Vlak voor de geplande in gebruik name van de tram moest aan de noodrem worden getrokken.
De discussie is uitgebreid gevoerd of de provincie dan niets geleerd heeft van de ervaringen met de Uithoflijn en in hoeverre de aanbevelingen uit verschillende rapportevaluaties zijn doorgevoerd. Hoewel de gedeputeerde heeft aangegeven, dat hij reeds vele maatregelen i.h.k.v. de organisatieontwikkeling heeft opgepakt, werd duidelijk, dat de professionaliteit van de projectorganisatie nog ernstig tekortschiet op de aspecten mens, proces, structuur, besturing en vooral de organisatiecultuur. Als de interne organisatiecultuur niet voldoende verandert, leiden meer instrumentele maatregelen niet tot de gewenste doelmatigheid.
We bereikten drie resultaten in het spoeddebat. De gedeputeerde heeft toegezegd dat de frequentie van het tijdelijke alternatieve busvervoer wordt aangepast en dat hij met een voorstel komt hoe hij de gedupeerde reizigers en zo mogelijk betrokken bedrijven kan compenseren en/of met een aanvullend gebaar, voorzien van welgemeende provinciale excuses, tegemoet kan komen. De ingediende motie ‘Reizigers Centraal’ van de VVD werd hiermee volledig toegezegd en hebben we ingetrokken. In vervolg op de verkregen inzichten tijdens het debat werd unaniem een motie aangenomen, waarin de Randstedelijke Rekenkamer of eventueel een ander geschikt bureau wordt verzocht een (aanvullend) onderzoek te doen naar de slagvaardigheid en kwaliteit van de provinciale OV-organisatie, waarbij in overleg met Provinciale Staten de opdrachtomschrijving nader wordt geformuleerd. Vooruitlopend op dit onderzoek heeft de gedeputeerde op verzoek van de VVD reeds toegezegd dat een indienststellingsvergunning en soortgelijke onderwerpen opgenomen gaan worden in de te verbeteren ‘checks & balances’ van de projectorganisatie.