Corona heeft, net als elders, enorme gevolgen voor de provincie en provinciale economie. Mede daarom heeft de VVD-fractie in Provinciale Staten op 30 september op twee manieren geprobeerd om ruimte te creëren voor werk voor inwoners. Door ruimte voor bedrijventerreinen, juist ook voor de maakindustrie, te vragen en door ondersteuning van de inspanningen om mensen aan (nieuw) werk te helpen.
Ruimte voor bedrijventerreinen
Bij de behandeling in Provinciale Staten van het Kader Programmering Wonen en Werken voor de provinciale omgevingsvisie hebben we gesteld dat er meer ruimte en ook meer duidelijkheid over uitbreidingsmogelijkheden van bedrijventerreinen dan in het Kader staat. Meer ruimte omdat de VVD vindt dat er ruimte moet zijn voor maakindustrie. Vaak gaat het daarbij om bedrijven die al generaties lokaal geworteld zijn, van belang zijn voor de regio, bijdragen aan scholing van leerlingen en in sommige gevallen over de hele wereld exporteren. In het Kader lijkt het er op dat er nog minder ruimte beschikbaar komt dan er minimaal nodig is en dat zelfs dat nog afhankelijk is van jaarlijkse gesprekken met Gedeputeerde Staten waarvan de gehanteerde criteria onduidelijk zijn. Door de gebruikte regio indeling kan het bovendien zo zijn dat een bedrijf uit Montfoort voor groei wordt verwezen naar Utrechtse Heuvelrug omdat daar nog plek zou zijn… Dat gaat volledig voorbij aan het regionale karakter van een deel van de bedrijvigheid. Gedeputeerde Staten gaf in het debat aan dat het Kader echter niet het hele verhaal is…. Door onder andere deze onduidelijkheid (waar stemmen we nu precies mee in; waar kunnen ondernemers en gemeenten straks op rekenen?) hebben we uiteindelijk tegen het Kader gestemd.
Arbeidsmarkt
De eerste mensen die onder de economische klap lijden, mensen zijn zonder vast arbeidscontract zoals ZZP’ers en uitzendkrachten, en dat jongeren een groot deel van deze groep vormen. Het niet hebben van werk heeft voor schoolverlaters extra negatief effect. Het niet hebben van een stageplaats werkt in een aantal opleidingen negatief door op het examen. Maar sowieso onthoudt dat jongeren ervaring op te doen, wat vooral bij opleidingen waarin leren in de praktijk centraal staat (zoals (V)MBO en HBO) extra van belang is. En we merken dat de crisis nu ook de mensen met een vast contract bereikt. Tegelijkertijd treden verschuivingen tussen economisch sectoren op: in sommige sectoren is geen behoefte aan arbeid. In andere sectoren was de vraag er al of neemt alleen maar toe zoals techniek, ict en zorg.
De provincie werkt, mede door de inzet van de VVD daar op in de vorige Statenperiode, samen met haar partners aan de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. Daaronder valt hulp bij het creëren van stageplaatsen en techniek onderwijs (zoals de MKB deal West met het Rijk met de TechnoHub in Woerden, Makerspace Mijdrecht en MAKE center Nieuwegein).
Daarom heeft de VVD met o.a. D66 een (aangenomen) motie ingediend om nog dit jaar 500.000 euro vrij te maken om onder andere organisaties en mensen die al jaren ervaring hebben met het ondersteunen van mensen bij het aan een stageplaats of (nieuwe) baan komen en (om)scholing voor de duur van zes maanden (of zo nodig langer) te versterken met kennis en informatie, netwerkkracht, eventueel mensen en middelen. En met een ambassadeur te helpen andere netwerken daarvoor aan te spreken. Ook is GS gevraagd te inventariseren of extra middelen nodig zijn (bijv aanvullende arbeids- of onderwijsvouchers) en hoe de provincie structureel financieel kan bijdragen aan marktinitiatieven die door innovatie en samenwerking met onderwijs het MKB versterken zoals het vervolg op de MKB deal West en ITvitea Amersfoort.