Werk maken van vriendschapsrelatie met Guangdong

De vriendschapsband van de provincie Utrecht (1,3 miljoen inwoners) met de Chinese provincie Guangdong (113 miljoen inwoners) betekent naast banen voor inwoners van de provincie inderdaad de vraag hoe we in de relatie omgaan met mensenrechten, productiewijze en bedrijfsspionage. De vriendschapsband bestaat nu 25 jaar en volgens veel andere partijen in Provinciale Staten een goed moment deze te stoppen of de Chinezen eens goed duidelijk te vertellen hoe ‘wij’ over ‘hun’ omgang met een aantal vraagstukken denken. Die scheidslijn loopt dwars door de coalitie. 

Geen papier, maar economische kracht inzetten

Volgens de VVD-fractie is het bespreekbaar maken van zaken als mensenrechtenschendingen en fair zaken doen (geen spionage) pas effectief als je een sterke economische partner bent. Een van de belangrijkste vestigingsfactoren van Utrecht is de centrale ligging in het gebied dat internationaal als een samenhangend gebied wordt gezien: Nederland, Noordrijn Westfalen en Vlaanderen. Hoe sterker dit gebied internationaal is, des te sterker de boodschap van de provincie Utrecht in Guangdong binnen komt. Dit vraagt om leiderschap van de provincie Utrecht om te zorgen dat de regio’s in deze Rijndelta economisch meer aanvullend worden en om de samenhang in het gebied te versterken. Eerder dit jaar is in Provinciale Staten daartoe de VVD-motie Utrecht is geen eiland aangenomen, maar daar is door GS nog niet echt invulling aan gegeven.

Zonder een steviger economische positie tegenover Guangdong, een van de economische powerhouses in China, heeft het geen zin om tijd te stoppen in convenanten en dergelijke m.b.t. het bespreekbaar maken van mensenrechten, bedrijfsspionage en concurrentievervalsing. Een aantal partijen verwachten daarvan de oplossing. Het bespreekbaar gebeurt nu ook al. Voor het effectiever maken daarvan, heb je geen convenanten met deelnemers aan handelsmissies nodig, maar economische kracht.

En… accepteren we het, als het werkt?

Daarnaast heeft organiseren/ deelnemen aan handelsmissies door de provincie Utrecht alleen zin als de bereidheid er is ruimte te bieden aan de positieve resultaten van die missies. Dus als het tot meer handel en export leidt – is er uberhaupt ruimte voor nieuwe bedrijven/ uitbreiding van bestaande bedrijven in de provincie Utrecht? Voor de VVD-fractie is dat een kwestie van integraal provinciaal beleid. De VVD bepleit al langer een ruimhartiger beleid voor bedrijfslocaties.

Geen keuze is ook een keuze?

De VVD heeft in de Provinciale Staten vergadering op 18 november vooral ingezet op versterking van de economische kracht en ruimte voor de positieve resultaten van handelsmissies; een oproep om niet alleen naar het eigen morele gelijk te kijken. De VVD ziet meer in het begrip ‘gedeelde belangen’ dat onderliggend is aan de vriendschapsband; als er geen belangen voor de Chinezen zijn, kunnen we veel willen, maar bereiken we niets. Ook hebben we gevraagd of al duidelijk was hoe Guangdong aankijkt tegen de door Gedeputeerde Staten voorgestelde aanscherping van de vriendschapsband en of er misschien aan Chinese kant ook wensen zijn tot aanpassing van het onderliggend verdrag? Daar was nog geen contact over geweest…. Voor buitenstaanders was het debat over de vriendschapsband waarschijnlijk onnavolgbaar, en zeker de stemronde. Geen van de amendementen en moties hierover haalde een meerderheid. Maar, ook het statenvoorstel zelf niet. Na 5 uur debatteren (commissie en Statenvergadering) blijft voorlopig de vriendschapsband zoals deze was. Wel werd een mede door de VVD ingediende motie aangenomen om nieuwe vriendschapsrelaties alleen nog aan te gaan met provincies en lokale overheden in democratische rechtstaten waarin mensenrechten en de scheiding der machten in de praktijk worden nageleefd.