Het Rijk heeft doelstellingen bepaald om op een andere manier met grondstoffen en producten om te gaan, de circulaire samenleving. Daarmee wordt gewerkt aan de doelen leveringszekerheid en minder milieueffect van productie. In de Statenvergadering op 2 juni was de provinciale vertaling van de doelstellingen aan de orde. De VVD-fractie ondersteunt het toevoegen van een derde doel voor de provincie: economische kansen pakken. Want het toewerken naar een circulaire samenleving betekent innovatie en dus kansen voor ondernemers in de provincie Utrecht. Waarbij ook hier de woordvoerder natuurlijk heeft aangegeven dat er dan ook ruimte voor ondernemers moet zijn in de provincie. En daarnaast gaat het om ruimte in regelgeving.
Want het staat of valt uiteindelijk met de rol van de inwoners en ondernemers; circulair (duurzaam) gedrag komt pas als iets is ingesleten, makkelijk is, geld oplevert of hip is. Ondernemers en inwoners moeten dus ruimte hebben om veranderingen door te voeren. Dat is de praktische kant die in bepaalde kringen minder sexy is, maar waarmee het wel staat of valt. Dus betrek de kennis van de universiteiten en hogescholen die we hebben, betrek het mbo en de praktische ervaring van ondernemers op de industrieterreinen en in de stadsrandjes. Want hergebruik en werken met andere grondstoffen gebeurt al om ons heen – al zien die plekken er niet idyllisch uit omdat er wordt gewerkt. Heb daar meer oog voor in plaats van een dogmatische en romantische politieke blik over hoe de veranderingen moeten worden doorgevoerd.
Vanuit die praktische benadering kijkt de VVD ook iets anders naar het belang van recycling. Economisch is de provincie Utrecht t.o.v. andere regio’s sterk in (opschaling van) nieuwe economische modellen. Het duurt echter nog erg lang voordat de nieuwe businessmodellen grootschalig kunnen worden toegepast. Daarmee kun je recycling niet loslaten. En ook op termijn
zullen we waarschijnlijk recycling nodig hebben om de doelstellingen te halen. We zullen op beide moeten inzetten.
Tot slot was het ook bij dit voorstel fijn dat Gedeputeerde Staten op basis van een aangekondigd amendement van de VVD zelf via een erratum het financiële beslispunt heeft gewijzigd. Dat stelt Provinciale Staten in de gelegenheid bij de Kadernota daadwerkelijk een integrale afweging te maken over de besteding van het provinciale geld.
We zullen nog heel veel moeten doen willen we de doelstellingen halen. Het vraagt bijvoorbeeld nogal wat om de provinciale inkoop in 2030 circulair te laten zijn. Dat vraagt veel van de leveranciers van bijvoorbeeld verf, asfalt, trams, bussen, bruggen en gesubsidieerde organisaties zoals bibliotheken, LEU en NMU. De VVD wenst Gedeputeerde Staten en de coördinerend gedeputeerde heel veel succes daarbij. Woordvoerder Arthur Kocken: “Aan de slag!”