Voor het verlenen van vergunningen brengt de provincie leges in rekening. De tarieven worden jaarlijks door ons vastgesteld. Dat gebeurt in de vorm van een uitgebreide tabel waarin exact 90 (!) tarieven worden vastgesteld. De VVD is eens kritisch door de lijst heen gegaan en kwam een paar bijzondere tarieven tegen. Zoals bijvoorbeeld € 100,- voor het aanvragen van een vergunning voor handelsreclame. Of € 206,30 voor een ‘ vergunning voor het inrichten of hebben van een standplaats voor handel of bedrijf’.
Dat riep bij ons een flink aantal vragen op: welke bedrijven vragen deze vergunningen aan? Hoe vaak per jaar dan? En waarom is hier sowieso een vergunning voor nodig? Uit antwoorden van het college bleek dat deze vergunningen nauwelijks worden uitgegeven. Wij hebben dan ook gevraagd om eens goed met de stofkam door alle vergunningen en leges heen te gaan. Hebben ze nog nut? Kunnen we zaken ook met algemene regels ondervangen? Waarom dan bedragen in rekening brengen bij ondernemers die wellicht net een bedrijf aan het starten zijn? Het college heeft toegezegd deze stofkam er doorheen te gaan halen. Dit wordt opgepakt als de Omgevingswet van kracht is geworden. Met deze wet zullen ook de regels voor leges en vergunningen gaan wijzigen, dus een mooi moment om met een schone lei te beginnen. Zo werken we concreet aan het verminderen van administratieve en financiële lasten voor bedrijven.