Toen de Utrechters door Corona onverwacht vaker thuis kwamen te zitten, leidde dat tot een grote toeloop op de recreatiegebieden. Zodanig dat op sommige momenten bepaalde gebieden de druk niet meer aankonden. De provincie heeft toen een app ontwikkeld met als doel de druk meer te spreiden, de druktemonitor.
De kosten bedroegen € 136.000,-. De VVD was bij de start sceptisch: wij vonden dat de insteek positiever kon. Vooral niet zeggen waar mensen niet naar toe moesten gaan, maar verleiden om naar de rustiger gebieden te komen. Bijvoorbeeld omdat je daar je auto makkelijker kwijt kunt, een toiletvoorziening is of een horecagelegendheid is waar je een lekker ijsje kunt halen. Het college heeft met deze suggesties niets gedaan en constateerde, niet geheel tot onze verrassing, dat de druktemonitor te weinig gebruikt wordt om nog langer in de lucht te houden.
In de commissievergadering hebben we gedeputeerde Van Muilekom (PvdA) gevraagd wat hij van deze mislukking heeft geleerd. De les die het college heeft getrokken, is dat de markt veel beter in dit soort informatievoorziening kan voorzien dan de provincie. Mensen zoeken nu eenmaal sneller op Google dan op een onbekende druktemonitor van de provincie. De conclusie is dat we bij soortgelijke nieuwe vragen dan ook eerst naar de markt kijken voordat we zelf iets naar de provincie toe gaan trekken.