Van de gedeputeerde Mobiliteit, Economie en Digitalisering

In maart hebben we in lijn met de afspraken uit het coalitieakkoord een mooie stap kunnen maken in het bieden van ruimte voor bedrijvigheid. Het was een grote wens van ondernemers en gemeenten om meer fysieke ruimte te geven aan bedrijventerreinen. De afgelopen jaren was er namelijk veel te weinig ruimte voor uitbreiding en dat is erg schadelijk voor onze economische kansen. Ongeveer 1 op de 3 Utrechters werkt op een bedrijventerrein dus met de groei in inwoners is het ook nodig om heel veel werkplekken te realiseren.

In maart hebben we in lijn met de afspraken uit het coalitieakkoord een mooie stap kunnen maken in het bieden van ruimte voor bedrijvigheid. Het was een grote wens van ondernemers en gemeenten om meer fysieke ruimte te geven aan bedrijventerreinen. De afgelopen jaren was er namelijk veel te weinig ruimte voor uitbreiding en dat is erg schadelijk voor onze economische kansen. Ongeveer 1 op de 3 Utrechters werkt op een bedrijventerrein dus met de groei in inwoners is het ook nodig om heel veel werkplekken te realiseren. Dat doen we samen met de regio’s (foodvalley, Amersfoort en U10) in het provinciaal programma wonen en werken. We hebben nu een statenvoorstel voorbereid waar 191-238 ha bedrijfsruimte te programmeren is om toe te voegen. In de vele werkbezoeken die ik aan bedrijven heb afgelegd heb ik ook steeds gehoord hoe belangrijk dat perspectief is: bedrijven die groeien willen graag in de omgeving blijven omdat ze vaak sterk lokaal geworteld zijn, maar dan moet daar wel ruimte voor zijn!

Tegelijkertijd zijn er ook veel ambities om de bestaande bedrijventerreinen toekomst vast te maken. Ik ben erg blij dat we landelijk kunnen meedoen aan het programma werklandschappen van de toekomst. Want bedrijventerreinen kunnen compacter (meer ruimte voor groei), groener, duurzamer en leefbaarder gemaakt worden, zodat het er ook prettig werken is voor de werknemers van de toekomst.

Voor zowel bestaande als nieuwe bedrijventerreinen is het wel belangrijk dat we snel wat doen aan het probleem van Netcongestie: er is te weinig ruimte op het stroomnetwerk om grootaansluitingen te realiseren en dat is voor veel bedrijven dramatisch. Daarom zijn we als provincie ook aandeelhouder geworden van Stedin en praten we mee over de oplossingen. Als provincie zijn we ook bereid om onorthodoxe maatregelen te nemen en proberen we actief de gevolgen van de netcongestie aan te pakken.

In de portefeuille mobiliteit heb ik het concept bereikbaarheidsprogramma aangeboden aan provinciale staten. In dit programma beschrijven we alle activiteiten die moeten zorgen voor een goede bereikbaarheid in onze provincie. Belangrijk daarbij is dat auto, fiets, OV en lopen allemaal een belangrijke rol vervullen in het verplaatsen in onze provincie en we flink kunnen investeren om knelpunten op te lossen. Qua infrastructuur ben ik druk met de NRU, de Merwedelijn en uiteindelijk het ontsluiten van de nieuwe wijk Rijnenburg en lobby’en we hard in Den Haag voor knooppunt Hoevelaken en ook voor nieuwe investeringen in OV en weg ook met een nieuw kabinet.

En omdat kleine dingen ook leuk zijn: ik ben heel blij dat we eindelijk een proef kunnen doen met tram 22 om ook de wedstrijden van FC Utrecht met OV uitstekend bereikbaar te maken.