De dag die je wist dat zou komen…
De val van het kabinet kwam uiteindelijk toch nog eerder dan we hadden voorzien, verwacht of gehoopt. Voor mij als gedeputeerde betekende het meteen dat een belangrijk bestuurlijk overleg met de ministers van VRO en I&W diezelfde dinsdag niet doorging. Maar belangrijker nog: het betekent onzekerheid over een aantal grote dossiers. Denk aan de woningbouw in Rijnenburg en de Merwedelijn, de aanpak van knooppunt Hoevelaken, de investeringen in infrastructuur en openbaar vervoer, en de ontwikkeling van innovatielocaties zoals het Utrecht Science Park.
We zijn nu druk bezig met het opstellen van lijstjes: wat is controversieel en wat kan doorgaan? We doen er alles aan om tempo te houden in de dossiers waarin we samenwerken met het Rijk aan grote opgaven als woningbouw, stikstofaanpak en natuur (om Utrecht van het slot te krijgen en te kunnen bouwen, bouwen, bouwen), economie, defensie en netcongestie.
Maar ook zonder kabinet draait het bestuurlijke werk door. Zo ben ik blij met het nieuwe kantorenbeleid dat gemeenten weer ruimte geeft om te bouwen. Dat is hard nodig in een groeiende provincie als de onze, want voor elke woning moet er ook minstens één werkplek bijkomen — en een deel daarvan is nu eenmaal kantoorruimte. Fijn dat we als VVD het verouderde beleid hebben kunnen aanpassen.
Vanuit mijn portefeuille mobiliteit heb ik onlangs het agendapunt over de N201 bij Mijdrecht teruggetrokken uit de Statenvergadering. Niet omdat het plan niet goed is, maar omdat ik samen met de gemeente De Ronde Venen wil kijken of het nog beter kan, voordat Provinciale Staten het voorkeursalternatief vaststellen.
Deze maand zetten we ook belangrijke stappen in het Merwedelijn-dossier. We willen met het Rijk afspraken maken over het vervolgonderzoek. Dat vraagt intensief overleg met de gemeenten Utrecht en Nieuwegein, en natuurlijk met de ministeries van EZK, IenW en BZK, omdat de Merwedelijn direct verbonden is met de grootste woningbouwlocatie van Nederland: Groot Merwede en Rijnenburg. We maakten ook een indrukwekkende fietstocht door het gebied met volksvertegenwoordigers en bestuurders uit alle betrokken gemeenten en waterschappen (en provinciale staten uiteraard!).

Samen met mijn Flevolandse collega Ellentrees Müller (ook VVD, dus gezellig!) bezocht ik ook het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) in Soesterberg. Centraal stond de samenwerking tussen onze provincies op het snijvlak van defensie en innovatie. Een concreet vooruitzicht is de gezamenlijke ontwikkeling van een MINDbase (Military Innovation by Doing): een plek waar Defensie, bedrijven, ROM’s en kennisinstellingen samenwerken aan dual-use innovaties — oplossingen die zowel civiel als militair inzetbaar zijn.
Kolonel Ted Meeuwsen presenteerde de visie van het CML en gaf ons een rondleiding. We spraken over hoe provincies kunnen bijdragen aan het versterken van het innovatie-ecosysteem: via netwerken van start-ups en scale-ups, de inzet van ROM’s voor financiering en de positionering van het CML in dat geheel.