Gemeenten aan zet!
Als het gemeenten komend jaar lukt om aantoonbaar te maken dat ze ook met enkel zon hun afspraken (2,4 terrawattuur) uit de regionale Energiestrategieën (RES 1.0) kunnen halen dan vervalt de noodzaak voor de plaatsing van windturbines. Zo houden gemeenten zelf de regie over de manier waarop ze hun aandeel aan de energietransitie leveren.
De provincie ondersteunt natuurlijk in die zoektocht door nu direct
onderzoek te doen naar haalbaarheid (PlanMER voor windturbines),
aansluitbaarheid op het electriciteitsnet (Stedin) en de mogelijkheid voor 50%
lokaal eigenaarschap van omwonenden.
Alle potentiële locaties voor zon en wind opwek uit het onderzoek bespreken
we vervolgens aan de regionale tafels, daar waar de verantwoordelijkheid ligt.
Gemeenten krijgen daarna 6 maanden de tijd om hun plannen concreet (besluit
gemeenteraad) te maken. Of zij pakken zelf de locaties op of de provincie kan
hier een rol in spelen voor de windturbinelocaties. We streven gezamenlijk naar
consensus en goede ruimtelijke spreiding. Gemeenten die zelf de rol van bevoegd
gezag oppakken ondersteunen we daarbij.
We staan achter de doelstellingen van de RES 1.0 voor de opwek van duurzame
elektriciteit met zon en wind in 2030. Hiervoor zijn voldoende concrete plannen
noodzakelijk. Pas als gemeenten niet kunnen voldoen aan de eerder door henzelf
gemaakte RES-afspraken zal de provincie locaties aanwijzen voor windturbines.
Wij zijn terughoudend met de inzet van dit provinciaal projectbesluit, maar
beseffen dat dit uiteindelijk noodzakelijk kan zijn om de RES-biedingen na te
komen. Hier zij wij eerlijk en duidelijk over naar onze partners.
Het provinciaal projectbesluit is er enkel op gericht om, aanvullend op de plannen die gemeenten zelf oppakken, voldoende windenergie te realiseren om het totale bod van 2,4 TWh zon en wind uit de RES 1.0 te realiseren.
Lees hier ons volledige persbericht over het coalitieakkoord en het akkoord zelf