Voor mij als fractievoorzitter zijn de hoogtepunten die debatten die over álles gaan, bij de begroting en de kadernota. Samen met onze woordvoerders en de financiële specialisten in de fractie bepalen we de lijn en maken we duidelijk waar de VVD staat in de provincie. Daarbij zijn de belangrijkste thema’s voor ons wonen, werken, bereikbaarheid en de energietransitie. Op die onderwerpen hebben we ook stevig ingezet in provinciale staten, onder meer met onze tweede toekomstbegroting die ook de basis is voor de keuzes in het verkiezingsprogramma. Onze grote ergernis over het gebrek aan urgentie bij de coalitiefracties als het gaat om de auto zorgde wel eens voor frustratie, maar wij blijven optimisten en hebben dus keer op keer uitgelegd dat driekwart van de inwoners niet in de stad woont en de auto dus gewoon nodig heeft voor boodschappen, familiebezoek of werk. Gelukkig konden we op het thema werk vaak goed samenwerken met andere fracties dat biedt ook hoop en kansen voor de volgende periode. Want voor ons staat vast dat je met de groei van het aantal inwoners in onze provincie ook ruimte moet maken voor bedrijven!
Ruimte maken voor de energietransitie doen we ook graag. En na veel gesprekken met alle verschillende meningen ook in onze partij daarover hebben we als fractie het standpunt ingenomen dat we graag meer zonneweiden, windturbines en geothermie willen, maar dan wel als daar lokaal draagvlak voor is, en dat we ook als overheid verantwoordelijkheid moeten nemen door te investeren en te versnellen als dat kan.
Terugblik Statenperiode 2019-2023
De afgelopen 4 jaar zijn voorbijgevlogen. We hebben als fractie ons uiterste best gedaan om de 94.189 stemmen die in 2019 op ons zijn uitgebracht ook een stem te geven in het provinciaal debat. We hebben daarbij met onze liberale uitgangspunten geprobeerd om dicht bij ons verkiezingsprogramma en de landelijke standpunten van de partij te blijven en op die manier voorspelbaar en betrouwbaar te zijn in onze inbreng. Met een optimistisch geluid hebben we constructief oppositie gevoerd, altijd met de gedachte “wat kan er wel”. En “hoe kan het beter”. Ik ben ongelofelijk trots op iedereen in onze fractie, want Odile, Vincent, Baerte, Juliette, Arthur, Dop, Bob (en Marcel), waren altijd goed ingelezen, kundig en welbespraakt. Deden méér dan je mag verwachten en waren bij elke infosessie, commissiedebat of Statenvergadering goed voorbereid, verbindend, scherp én constructief. Dat is terug te zien in de vele verbetervoorstellen die we hebben gedaan. We deden dat in goed overleg met stakeholders uit de samenleving, waar we het niet altijd mee eens waren, maar die altijd een luisterend oor vonden voor hun argumenten. Want maatschappelijke betrokkenheid is de beste manier om het sentiment uit de samenleving ook te vertolken in het publieke debat. En we waren agenderend door initiatiefvoorstellen, het stellen van vragen, contact met de media en met heel veel moties en de bijhorende debatten over onderwerpen die wij op de agenda wilden zetten. Dat kon alleen door de hulp en toewijding van onze medewerkers: Saskia, Timo, Monique en Hendrik en door de continue support van onze fans uit de regio, onze commissieleden Matthijs en Gea en het regiobestuur. Het is voorbijgevlogen en ondanks de moeilijke coronatijd en de pittige onderwerpen was het ook gewoon gezellig met elkaar en ontzettend eervol om in het provinciale parlement te doen wat nodig was. Nu zijn we klaar voor de volgende vier jaar waarin de VVD zal doen wat nodig is voor een vrij, veilig en welvarend Utrecht.