Belangrijkste agendapunt voor recreatie en toerisme was in 2022 de inrichting van recreatieschappen. Dit hebben we in 2021 voorbereid. Onze boodschap blijft dat geld voor recreatie zoveel mogelijk ten goede moet komen aan recreanten. Doordat de bestaande organisaties vervangen worden door een efficiëntere, kunnen we dat nog beter waarborgen. Het besluit over de nieuwe samenwerkingsvorm is in februari 2022 genomen, waarmee we een lichtere organisatiestructuur krijgen. Voor de toekomst denken we dat er nog meer kansen liggen in de afstemming tussen gemeenten en provincies om recreatiemogelijkheden te vergroten. Daar blijven we aandacht voor vragen.
Binnen de portefeuille financiën kunnen we gelukkig vaststellen dat de provincie nu beter in control aan het komen is. Jaarstukken ontvangen we op tijd en voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring. Wel blijft het lastig om gedurende het jaar de uitgaven goed in beeld te hebben waardoor er aan het eind van het jaar toch weer veel geld niet uitgegeven is en projecten niet tijdig worden afgerond.
In 2022 hebben we veel discussie gevoerd over provinciale belastingen. De opcenten op de motorrijtuigenbelastingen gaan vanaf 2030 verdwijnen en wij hebben succesvol gepleit tegen het invoeren van een provinciale OZB. Een motie met die strekking is op 11 mei aangenomen. Wij vinden dat niet alleen huiseigenaren, maar alle inwoners van de provincie een gelijk deel moeten bijdragen aan de provinciale begroting.
Dat gelijke bedrag moet dan wel zo laag mogelijk zijn. We hebben in 2022 driemaal voorgesteld de belastingtarieven fors te verlagen inclusief financiële dekking. Net als in 2021 hebben we dat weer gedaan in de vorm van een eigen begroting, de Toekomstbegroting. Net als vorig jaar hebben we een voorstel gepresenteerd dat meer toekomstgericht en financieel meer solide was dan de programmabegroting van het college. De voorstellen zullen we onder de aandacht blijven brengen.
En ook in 2022 was de Toekomstbegroting weer een echte teamprestatie. Met alle fractieleden hebben we aan de voorstellen gewerkt. En is het resultaat wederom indrukwekkend. We hebben de basis gelegd voor de komende Statenperiode.
Een ander belangrijk besluit dat Provinciale staten in 2022 hebben genomen, is het strategisch grondbeleid. De provincie gaat weer, net als in het verleden, actief grond kopen. Hierbij heeft de VVD grote vraagtekens gezet, want waarvoor de grond wordt verkocht blijft in het voorstel van het college onduidelijk. De VVD vindt dat de overheid (of dat nu Ministeries, provincies of gemeenten zijn) niet aan actieve grondpolitiek moeten doen. Als er strategische aankopen worden gedaan, moeten doelstelling en kaders voldoende duidelijk zijn. Omdat het voorstel dat niet voldoende deed, hebben we dan ook tegengestemd.
Terugblik Statenperiode 2019-2023
Vanuit bestuurlijk perspectief stond deze periode in het teken van het werken aan betere verhoudingen tussen en binnen Provinciale Staten, GS en organisatie. Nadat de verhoudingen in de vorige periode op scherp kwamen te staan, was er bij alle geledingen nu behoefte om meer vanuit gezamenlijkheid en onderling vertrouwen te werken. We hebben dit vormgegeven door gezamenlijke bijeenkomsten te organiseren die zowel op de inhoud gericht waren als op de onderlinge kennismaking. Vanuit de VVD-fractie was ik lid en mede-initiatiefnemer van de werkgroep die dit organiseerde. Na vier jaar kunnen we vaststellen dat de verhoudingen goed zijn. Vergaderingen verlopen op een zakelijke en respectvolle manier en er wordt naar elkaar geluisterd. Het is mijn overtuiging dat dit uiteindelijk ook leidt tot beter afgewogen besluiten waar inwoners en bedrijven van profiteren.